Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het LSOP en het politieonderwijs

 

Artikel 18
1
Het college van bestuur stelt ten minste een commissie van beroep voor de examens in.
2
Beslissingen van het college van bestuur ter uitvoering van de artikelen 13, zevende lid juncto negende lid, of 17, of beslissingen van de degenen die het examenonderdeel of het examen hebben samengesteld of afgenomen, kunnen worden onderworpen aan het oordeel van de commissie.
3
De commissie bestaat uit een oneven aantal leden, onder wie de voorzitter. De leden worden benoemd, herbenoemd, geschorst en ontslagen door het college van bestuur. De leden maken geen deel uit van het college van bestuur, en hebben niet het examenonderdeel of het examen samengesteld of afgenomen dat aan het oordeel van de commissie is onderworpen.
4
In afwijking van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht bedraagt de termijn voor het indienen van het beroepschrift zes dagen. In afwijking van artikel 7:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht beslist de commissie binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift tenzij zij deze termijn heeft verlengd met ten hoogste twee weken.
5
De commissie stelt een onderzoek in alvorens te beslissen. Zij stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de student in de gelegenheid zal worden gesteld het examen of het examenonderdeel alsnog of opnieuw af te leggen. De beslissing van de commissie wordt bekendgemaakt aan de student, de leiding van de desbetreffende instelling van het LSOP alsmede aan de korpsbeheerder in wiens regio door de student het praktische opleidingsdeel wordt gevolgd.
6
Indien de commissie het beroep gegrond acht, vernietigt zij de beslissing geheel of gedeeltelijk. In afwijking van artikel 7:25 van de Algemene wet bestuursrecht, is de commissie niet bevoegd in de plaats van het geheel of gedeeltelijk vernietigde besluit een nieuw besluit te nemen. Zij kan bepalen dat opnieuw of, indien de beslissing is geweigerd, alsnog in de zaak wordt beslist, dan wel dat het examenonderdeel of het examen opnieuw wordt afgenomen onder door de commissie te stellen voorwaarden. Het college van bestuur of degene die het examenonderdeel of het examen heeft samengesteld of afgenomen, van wie de beslissing is vernietigd, voorziet voor zover nodig opnieuw in de zaak met inachtneming van de uitspraak van de commissie. De commissie kan daarvoor in haar uitspraak een termijn stellen.
7
In zaken waarin het belang van de appellant een onverwijlde voorziening bij voorraad vordert, kan deze bij met redenen omkleed verzoekschrift, in afwachting van de uitspraak in de hoofdzaak, aan de voorzitter van de commissie van beroep voor de examens een voorlopige voorziening vragen. De voorzitter beslist op dat verzoek na de desbetreffende examinator te hebben gehoord, althans te hebben opgeroepen.
8
Herziening van een uitspraak van de commissie kan op verzoek van elk van beide partijen plaatsvinden op grond van nader gebleken feiten of omstandigheden die indien deze eerder bekend waren geweest tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •